Dit opus is een vierluik waarin de vier klassieke fundamentele elementen worden verklankt waarvan de oude Grieken geloofden dat alles uit
bestond: aarde, water, lucht en vuur. Deze vier muziekstukken zijn voor "orkest" in verschillende bezettingen,
steeds in een videoclip met een lengte van precies 90 seconden.
op.106 nr.1 Aarde
Dit eerste element "Aarde" is het element van stabiliteit van de fundamenten. Met de aarde wordt hier niet de planeet aarde
in de ruimte bedoeld, maar de fysieke en stabiele aarde waarop we leven en het hart van het leven, dus ook de natuur.
Als beelden heb ik gekozen voor een opbouw van zand ("aarde") via natuur naar groteske rotsen, en van kleurloos via kleurrijk naar strakblauw.
De muziek begint met een ijle harp solo boven de woestijn, gevolgd door een cello solo en een duet van cello en fluit.
Daarna nemen de strijkers het over met een stuwende baslijn die mede de kracht van de aarde uitdrukt (die groener wordt),
waarna de strijkers met grote-septiem-akkoorden de mistige aarde illustreren. De meer rotsige beelden worden aanvankelijk
begeleid door een stuwend cello-paar, waarna de opbouw volgt naar de apotheose met vol orkest bij het zien van harde rotsen
tegen een stralend blauwe hemel.
op.106 nr.2 Water
Dit tweede element "Water" is een verbeelding van de watercyclus: smeltende sneeuw leidt tot water dat beekjes vormt die in rivieren
uitmonden en naar zee stromen. De piano verklankt hier de waterstroming met kabbelende motieven en klaterende
akkoorden, een stroming die uitmondt in de zee, verklankt door strijkers onder een melodie van houtblazers.
op.106 nr.3 Lucht
Dit derde element is "Lucht", verklankt door hoge strijkers in milde dissonanten, opgevolgd door een rijzende lijn van de
bas- en alt(dwars)fluit met een sobere cello begeleiding. Vervolgens de beantwoording door de strijkers waarna de
bas- en alt(dwars)fluit zich erbij voegt. Tot slot een kort coda met een dalende lijn van de (alt)fluit.
op.106 nr.4 Vuur
De vierde element "Vuur" is ontstaan uit een streven naar een heel ander geluid (dan gebruikelijk binnen Spheren), en is
gebaseerd op "Orchestration Recipes: 01" van Philip Johnston.
Uitgaande van dit "recept" probeer ik een sfeer op te roepen die doet denken aan het "O Fortuna" uit de Carmina Burana
van Carl Orff (met koor en orkest).
Na de aftrap door de gong opent het koor met een eerste uitroep, waarna de Taiko-drums hun intrede doen en op opzwepende wijze het
mannenkoor uitnodigen tot hun statement, gevolgd door een onheilspellende slag van de buisklok. Na een aanloopje van twee maten
in de strijkers klinkt het scanderen van het gehele koor in forte staccato noten, begeleid met strijkers en een piano met lage
staccato arpeggios. Na een kort intermezzo van de taiko-drums met vrouwenkoor worden de krachtige uithalen van het koor herhaald.
Het "full choir" van de StaffPad VOXOS library kan een beperkt aantal lettergrepen en op basis daarvan heb ik een Latijn-achtige
onzin-tekst samengesteld (net als Louis Toebosch gedaan heeft in zijn vreselijke "Cantata Alfabetica").
De onzintekst die het koor hier zingt is als volgt:
Do remitanus, do remitanus.
Retus, racado, ma vi radovi.
Do reminus tanus. Do reminus.
Retus, racado, ma te radovi.
Retus, racado, ma vido radomi.
Retis, catus, ma vita vostinus
Do reminus tanus.
Do remitanus, do reminus.
Retus, racado, ma te radovi.
Retus, racado, ma vido radomi.
Retis, catus, ma vita vostinus
Do remisa.
op.106 nr.5 Vier elementen
De complete verzameling van alle vier klassieke elementen is gecombineerd tot de "Four Elements".
|