Muziek van Paul Merkus |
|
|||
|
Opus 42 is een lied voor zangstem en piano, op basis van een tekst van Toos van Raaij. Deze uitgebreide tekst vertelt het relaas van een man met bindingsangst, die zijn emotionele belevenissen uitbeeldt middels de symbolische adelaar. Deze vliegt aanvankelijk alleen rond heeft een indringende ontmoeting met een vrouw waar hij zielsveel van houdt, maar vanwaar hij desalniettemin toch steeds weer alleen verder vliegt. De diverse aspecten hiervan worden in de zes coupletten vertelt en het refrein komt daar na twee coupletten steeds tussendoor met een dramatische uitroep naar zijn allerliefste om wie bittere tranen worden gehuild. Het componeren van dit lied heeft uiteindelijk diverse maanden (op de achtergrond) geduurd (in 2005), hetgeen ongebruikelijk lang is, maar het is dan ook uiteindelijk een werk van maar liefst 7 pagina's muziek geworden. Dit onder meer omdat ieder van de zes coupletten een andere muzikale zetting gekregen heeft en ook het refrein meerdere verschijningsvormen kent. Het lied opent met een eenvoudig voorspel van vier maten, wat als tussenspel in diverse variaties terug zal
keren. Het eerste couplet verklankt op relatief neutrale wijze de problematiek, waarna (na het tussenspel)
in het tweede couplet de winter in mineur wordt weergegeven. Na weer 4 maten tussenspel wordt er in het
refrein een verzuchting gedaan naar de allerliefste, waarbij de daaropvolgende bittere tranen middels een
verminderde drieklank worden uitgedrukt. Hoewel dit lied nooit openbaar is uitgevoerd heb ik er toch een audio opname van gemaakt (in 2022). Dit door mijn eigen zang onder begeleiding van de CinePiano van StaffPad met Melodyne na te bewerken. Deze uitvoering is overigens wel een hele toon lager dan genoteerd in de bladmuziek. |