Spheren
Muziek van
Paul Merkus
Op. 42 Flucht der Sehnsucht

Opus 42 is een lied voor zangstem en piano, op basis van een tekst van Toos van Raaij. Deze uitgebreide tekst vertelt het relaas van een man met bindingsangst, die zijn emotionele belevenissen uitbeeldt middels de symbolische adelaar. Deze vliegt aanvankelijk alleen rond heeft een indringende ontmoeting met een vrouw waar hij zielsveel van houdt, maar vanwaar hij desalniettemin toch steeds weer alleen verder vliegt. De diverse aspecten hiervan worden in de zes coupletten vertelt en het refrein komt daar na twee coupletten steeds tussendoor met een dramatische uitroep naar zijn allerliefste om wie bittere tranen worden gehuild.

Het componeren van dit lied heeft uiteindelijk diverse maanden (op de achtergrond) geduurd, hetgeen ongebruikelijk lang is, maar het is dan ook uiteindelijk een werk van maar liefst 7 pagina's muziek geworden. Dit onder meer omdat ieder van de zes coupletten een andere muzikale zetting gekregen heeft en ook het refrein meerdere verschijningsvormen kent.

Het lied opent met een eenvoudig voorspel van vier maten, wat als tussenspel in diverse variaties terug zal keren. Het eerste couplet verklankt op relatief neutrale wijze de problematiek, waarna (na het tussenspel) in het tweede couplet de winter in mineur wordt weergegeven. Na weer 4 maten tussenspel wordt er in het refrein een verzuchting gedaan naar de allerliefste, waarbij de daaropvolgende bittere tranen middels een verminderde drieklank worden uitgedrukt.
Na een korter tussenspel wordt in het derde couplet de vrijheid bezongen en verwaaien de liefdes voor de vele vrouwen al modulerend, uitgedrukt in een uitbundig en meeslepend langer tussenspel van acht maten. Daarop volgt een innige sfeer waarin de kinderen genoemd worden, wat aanleiding is tot een dramatische omslag terug naar mineur op het moment dat hij zich realiseert die kinderen niet zelf te kunnen wiegen in z'n armen.
Na het bekende refrein volgen weer de gebruikelijke vier maten tussenspel, waarna de ik-figuur zijn grootste fout opbiecht: het steeds weer vluchten van hot naar her, uitgedrukt door een virtuose begeleiding in de piano. In het zesde couplet komt hij tot het inzicht van wie hij enkel maar kan liefhebben: de vrouw die begrijpen kan dat hij een adelaar is, uitgedrukt door een plotse modulatie naar de naast hogere toonsoort, waarna het tussenspel en refrein volgen in een hogere ligging dan tot dan toe gebruikelijk was. Na een nog uitdrukkelijkere onderstreping van het feit dat de adelaar steeds alleen verder vliegt komt het refrein voor een laatste maal terug. Ditmaal echter mijmerend, als een recitatief gezongen, terwijl in de begeleiding de piano de inmiddels bekende melodie laat horen. Daarna slaat de stemming om, realiseert onze ik-figuur zich dat hij zo niet met zichzelf in het reine kan komen en horen we de adelaar tenslotte helemaal alleen wegvliegen.

Hoewel dit lied nooit openbaar is uitgevoerd heb ik er toch een audio opname van gemaakt. Dit door mijn eigen zang onder begeleiding van de CinePiano van StaffPad met Melodyne na te bewerken. Deze uitvoering is overigens wel een hele toon lager dan genoteerd in de bladmuziek.


Partituur voor zang en piano:
Losse zang partij: