Spheren
Muziek van
Paul Merkus
Op. 52 Berceuse

Aan het eind van 2009 is deze compositie voor opnieuw piano solo ontstaan. Na een aanvankelijke inval in de cadans van een 6/8 maat onstond het idee om een berceuse te schrijven, een wiegeliedje. Zoals de literatuur beschrijft is een berceuse meestal 'een dromerig en melodieus werk in 6/8 maat en een rustig tempo. De melodie van het in 6/8 maat geschreven stuk is eenvoudig; het uniforme, onveranderlijke ritme is het muzikale symbool voor het gelijkmatige schommelen van de wieg'.

Aan het begin van deze korte berceuse horen we het geluid van een speeldoosje, een eenvoudige melodie met eenvoudige mineur akkoorden in een hoge ligging op de piano, waarbij het kind rustig inslaapt. Vervolgens gaat de melodielijn verder in een middenligging en daarna ook in een meer sonore, lagere ligging, waarna de eerste pagina 'neutraal' afgesloten wordt.
Op de tweede pagina gaat het kind echter wat onrustiger slapen, wordt de stemming dreigend ("incombente") om vervolgens ("in seguito") zelfs grimmig te worden ("furioso") teneinde na een massief hoogtepunt weer mild ("clemente") te worden.
Op de derde een laatste pagina wordt het lieflijk ("dolce") gezang ("cantabile") hervat, waarna we meegevoerd worden in een omspeling van zestienden die volgt.
Uiteindelijk horen we in de epiloog opnieuw het speeldoosje ("quasi scatola musicale"), waarna het kind goed slaapt.

Net als de eerdere Sonatinine (opus 44) is dit pianostuk opgedragen aan mijn dochter Esther. In 2020 heb ik als verjaardagscadeau van haar een opname van deze Berceuse door haarzelf mogen ontvangen (zie Audio).