Muziek van Paul Merkus |
|
|||
|
De inspiratie voor opus 61 voor piano is gelegen in het feit dat eerdere opus nummers voor piano solo gebruikt zijn voor het boek "Heilige aandacht" van Francien van de Beek over westerse meditatie op Christelijke grondslag. Het bleek dat de "Spheervolle" stukjes in een langzame versie prima te gebruiken zijn om tot rust te komen in een meditatie. Al met al heeft dit (over een periode van een aantal maanden) geresulteerd in vier stukken voor piano solo, vandaar ook de titel "Quatre pièces pour piano" (die andere componisten ook wel eens gebruikt hebben) de vier stukken zijn afzonderlijk getiteld "Relâchement", "Montagnarde", "Introspection" en "Rêverie". op.61 nr.1 Relâchement Het eerste nummer uit dit nieuwe opus gaat uit van een repeterend motief als een soort 'mantra' bij het tot rust komen.
Het gevolg is een soort etude vol toonladders, maar in plaats van deze op snelheid te moeten instuderen
gaat het er hier juist om rustig te kabbelen en de stroom vooral zijn eigen gang te laten gaan, omhoog, omlaag en nog weer hoger. Na twee pagina's komt het stromende mantra eindelijk tot rust in een sonoor statement wat langzaam aanzwelt.
Terwijl het lage Cm akkoord nog doorklinkt is dan opeens het mantra er weer, dit maal in een hogere ligging.
Nog een paar keer gaat het weer omhoog en nog hoger om na wat omzwervingen helemaal onderin te stoppen,
gevolg tot een kort echo tot besluit (wat lijkt op het "wegvliegen" aan het einde van de
"Contemplation", opus 55). Een vraag over het middendeel ("het trekt teveel aandacht en haalt me uit de verstilling van het voorgaande") deed me realiseren waarom ik gekozen heb voor een dergelijk contrasterend middendeel. Dat is omdat er m.i. in het leven altijd ook een keerzijde is: het is niet alleen vredig kabbelen en rustig zijn/worden, er zijn ook ernstige zaken die serieus aandacht verdienen. Soms moet er even (tussen andere zaken door) iets aan de orde komen wat niet mooi/fijn/lief is, maar wat meer confronterend is en dat hoort er dan ook bij, dat maakt het geheel compleet. Het ideale (verlichte) leven is niet alleen rustig, maar het kent de juiste balans tussen rust en activiteit. op.61 nr.2 Montagnarde Uit het feit dat de "Relâchement" van meet af aan gelabeled was met opus 61 nummer 1, hield de deur open naar een tweede werkje voor piano binnen dit opus nummer.
Dit is een kort lieflijk stukje in driekwartsmaat geworden waarin de rechterhand rustig mijmert onder begeleiding van akkoorden van de linkerhand. In navolging van opus 44 en opus 56 heb ik ook voor de Montagnarde een tweede versie gemaakt, zowel voor fluit en piano als ook voor altsaxofoon en piano. In deze bewerking wordt het vraag- en antwoordspel heel expliciet tot uiting gebracht, een dialoog die impliciet in de originele piano versie verscholen lag. Op 11 augustus 2021 heeft de Amerikaanse WEB-site flutetunes.com de "Montagnarde" als "Tune of the Day" gepubliceerd. Zie https://www.flutetunes.com/tunes.php?id=4649 op.61 nr.3 Introspection Eenmaal de smaak te pakken werd dit opus al snel uitgebreid met ook een derde stuk, speciaal opgedragen aan de Gemeenschap De Hooge Berkt waar eerder Spheren composities een rol hebben gespeeld in meditatief samenzijn. Dit derde piano stuk is rustig en meditatief bedoeld, hetgeen in de tempo- en karakteraanduiding "Tranquillo" is weergegeven. Het is passend getiteld "Introspection", wat "inkijk in jezelf" betekent, immers (vooral rustige) muziek zet doorgaans aan tot zelfreflectie. Bovendien is deze titel een knipoog naar muziek van Rogier van Otterloo uit begin jaren zeventig (bekend geworden door Thijs van Leer) wat enigszins als inspiratie heeft gediend. Ook is met de keuze van deze titel is opnieuw voorkomen dat een Spheren stuk "Meditation" heet (net als eerder bij opus 51 gebeurde). Dit blijft een belofte voor de verdere Spheren toekomst... Het introspectieve stuk kent steeds een rustige cadans met een uniform ritme en begint in het pianissimo met één en dezelfde noot, van waaruit de eenvoudige melodie stapsgewijs opbouwt. De zich herhalende tweede zin voert wat hoger en kent iets meer beweging door een zachtjes gepuncteerd basritme. Op de tweede pagina wordt er opnieuw klein en verstild begonnen, ditmaal in de parallelle mineur toonsoort. Ook hier voert de nazin naar iets grotere hoogten, gevolgd door een afbouw met harmonische variaties. De derde pagina herhaalt het openingsthema helemaal in gelijknamige mineur toonsoort die bij de herhaling van de nazin middels omspelingen wordt uitgevoerd. De laatste pagina bevat de reprise waarbij het openingsthema in de verkleining wordt herhaald, gevolgd door de harmonische variaties en een sterke finale zin. Tijdens het coda sterft de uniforme melodie langzaam weg om te eindigen in diezelfde ene noot waarmee het stuk begonnen was. De cirkel is rond. Dit stuk heeft qua stijl enige verwantschap met de Nocturne (op.23 p.2) van haast 15 jaren eerder, maar dat stuk kende louter grondliggingen en ook enkele parallellen. op.61 nr.4 Rêverie Enige tijd later volgde er ook nog een vierde stuk in deze serie, de "Rêverie" iets wat 'mijmeren' of 'dagdromen' betekent. Na de drie eerdere stukken was ik weer toe aan een volgend stuk om bij te dagdromen aan de piano. Het was ook weer tijd voor de zo gebruikelijke gebroken akkoorden met een verstild middendeel er tussenin, een opzet die veel vaker gebruikt is. Het stuk begint een voorspel voor het voorspel (een prologue voor de prelude). Daarna wordt het openingsthema in mineur uiteengezet onder begeleiding van gebroken akkoorden wat afsluit met een traditionele cadens. De draad wordt heel lieflijk opgepakt in de parallel toonsoort, waarbij de spannende secunde dissonaten een steeds mysterieuzere sfeer oproepen die uitmondt in een vredig tussenspel dat overgaat in een delicate cadens die langzaam afdaalt. Hierna volgt een soort herhaling van het thema, maar nu in majeur waarbij grotere hoogten bereikt worden. Na afloop valt de basis plots weg en wordt weer voorzichtig vaste grond onder de voeten gezocht (iets wat weerklinkt in een lage echo) waarna middels een versnellende cadens de finale inzet met een terugkeer van het thema, zij het in weer een iets andere gedaante en nu aanzwellend naar een sterk absoluut hoogtepunt. In het naspel klinkt de echo kort opnieuw. op.61 nr.5 Introspection voor strijkorkest Zeven jaar nadat ik de "Quatre pièces pour piano" geschreven had, kreeg ik de beschikking over StaffPad. Dat was de aanleiding om een versie van "Introspection" te maken voor strijkorkest, genummerd op.61 nr.5. Door middel van StaffPad en de Berlin string libraries is het toch mogelijk om een natuurlijke weergave van een strijkorkest te maken dat mijn "Introspection" speelt. |